Leren praten met handen en voeten

Handspelletjes leerde ik op schoot bij oma. Ik noemde haar steevast oma Dop. En nog, want het eerste spelletje dat ze me voordeed was Dopje. ‘Hopje m’n Dopje, pas op je kopje, pas op je staart. Hopje gaat in reuzenvaart!’ Haar knieën hobbelden zachtjes.

Later vertelde ze verhaaltjes, haar duimen in de hoofdrol. ‘Pimpeltje en Pompeltje, die klommen op een bergje.’ Ze haalde haar duimen tevoorschijn. ‘Pimpeltje was een kaboutertje en Pompeltje en dwergje.’ Ze wiebelde haar duimen één voor één.  ‘Toen zijn ze OP de berg gekropen.’ Ik zag het , want ze klemde haar duimen tegen haar vuisten. Heel verbaasd kwam daarna haar stem: ‘En NIEMAND heeft ze meer zien lopen.’ Oma’s duimen verdwenen in haar vuisten. ‘Daar lagen ze op een oor.’ Oma hield naast elk oor een vuist. ‘Ssst, ik geloof dat ik ze hoor!’

De voorspelbaarheid leverde veel gegiechel op.  Ook bij mijn nichtjes.

Leuke handspelletjes

Handspelletjes voelen veilig. Ze garanderen honderd procent aandacht. Ze kosten niet veel tijd. Oma deed ze ook tussendoor op drukke recepties. Waar ze verder vele handen schudde. Kinderen zitten meestal op schoot bij handspelletjes. Daar vinden peuters het fijn dat zij weten wat komt. Dat geeft oogcontact en plezier: vanuit de vertrouwde intonatie werken ze aan motoriek.

  • Met een hand houd je je vuist vast en maak je een draaiende beweging. ‘Appeltje schillen.’
  • Met de een rechtopstaande hand ‘snij’ je je vuist open tot platte hand. ‘Appel door de helft.’
  • Met je duim en wijsvinger pak je iets in het midden. ‘Pitje eruit.’

Hetzelfde kun je doen met je vuist als bed. ‘Bed opmaken’  Vuist openvouwen tot platte hand.  ‘Oh, daar zit een vlo in het bed!’ Tussen duim en wijsvinger pak je de imaginaire vlo.

Misschien heb je, net als ik, handspelletjes uitgesteld. Je wist niet precies hoe ze gaan. En je dacht dat je de helft maar onthield. Terwijl er ontzettend veel variatie blijkt te zijn, als ik het aanbod in de bieb bekijk en op internet. Het meest leerde ik van de oudere generatie. Met veel plezier deden ze het voor. Dat mis ik op internet en in boeken nogal eens.

  • Vraag zestigplussers eens om hun favoriete hand- en schootspelletjes.
  • Bouw gewoon je eigen repertoire op met biebboeken erbij.
  • Herhaal favorieten regelmatig, zodat je kind er vertrouwd mee raakt.

Handspelletjes: kleine kinderen zijn er vaak dol op. Door contact en plezier werk je zo op een geweldig leuke manier aan de taalontwikkeling van kinderen. We hebben een aantal spelletjes op een rij gezet.

Focus, overzicht en veiligheid

Handspelletjes bieden naast veiligheid ook focus en overzicht. In de grote hersenen stimuleren ze:

1.      Focus door balans tussen de voor- en achterkant van hun hersenen

Voorin overweeg je en achterin ga je over tot actie. Je kind wacht oplettend af bij het schootspelletje van ‘Een damespaard, een damespaard gaat zo, gaat zo’. Knieën hobbelen heftiger bij een ‘herenpaard’ en ‘boerenpaard’. Tot opeens je knieën wijken: ‘Gat in de weg!’ Je kind giert het uit en klemt zich vast.

Wist je dat een gebrek aan balans uitmondt in hyperactief of besluiteloos gedrag? Balans kun je jong trainen door schootspelletjes en dat geeft focus.

2.      Overzicht door verbindingen tussen linker- en rechterbrein

De details zitten links. Met rechts snappen we waar details bij horen. Bij dit handspelletje draaien details om eten:

‘Naar bed, naar bed!, zei Duimelot’ (duim). ‘Eerst nog wat eten, zei Likkepot’ (wijsvinger). ‘Waar zal ik dat halen?, vroeg lange Jan’ (middelvinger). ‘In grootmoeders kastje, zei Ringeling’ (ringvinger). ‘Dat zal ik verklappen, zei ’t kleine ding’ (pink).

Door spelletjes met de vingers leert een kind dat vertellen niet alleen opsommen is.

3.      Veiligheid om te leren door groen licht van het middenbrein

Het middenbrein selecteert via onze emoties wat we onthouden.

Onvergetelijk, wat ik leerde op schoot bij oma Dop! Nu snap ik pas, hoe goed eigenlijk.

Welke handspelletjes speel of speelde jij met je kind? We zijn benieuwd. Deel je ze met ons?

(c) Can Stock Photo

[ssba]

Comments are closed.

Posted in: Opvoeden

Auteur:

Kinderboekenschrijfster Claertje Frieke geniet van Utrecht, de stad waar ze met Fred en twee kano’s woont. Met Tim en Vera zijn ze vaak in andere steden om kunst te bewonderen. Als gezin woonden ze acht jaar in Afrika voor taalwerk. Vera en Tim kregen thuisonderwijs tot groep zeven. Claertje ontdekte de mogelijkheden van fantasie bij les in taalvaardigheden, check www.taalalseenjas.nl