Zo stressvol kan samen spelen zijn | #autisme 17
De kinderen zijn lekker samen aan het spelen, dus het leek me leuk om het eens precies te observeren en mee te schrijven met hun spel. Dit spel is wel typerend voor hun dagelijkse bezigheden. Voor deze blog noem ik onze zoon weer “Daniël” en onze dochter heet “Linda”.
Vadertje-moedertje
Linda: “Zullen we vadertje moedertje spelen, dat het lunchtijd is?”
Daniël: “Nee, ik wil liever avondeten spelen.”
Linda zit naast mij, Daniël zit naast mijn man. Daniël dekt de tafel waarbij hij gecorrigeerd wordt door Linda. De “jommes” krijgen het rode servies en de meisjes het roze servies. Daniël volgt haar aanwijzingen zonder morren. Hij zegt daar ook bij dat er nog genoeg servies om aan haar wensen te voldoen. Linda doet inmiddels de druiven in de speelgoedoven.
Linda: “Roze is water en rood is thee. Of koffie. Je mag kiezen. Oh, het is koffie. Zonder melk. Eigenlijk is het maar nep, kijk maar, het is leeg.”
Gekookte druiven
Linda haalt de druiven uit de oven.
Daniël: “Nee, je moet het niet daar op leggen, maar op het dienblad.”
Linda legt het op het dienblad.
Daniël pakt een pannetje. “Zullen we dit gebruiken als onderzetter?”
Linda: “Papa, we doen alsof we de druifjes hebben gekookt. En ze zijn bloedheet. Het is maar nep.”
Linda vervolgt: “Wie wil druifjes?”
Ze pakt de speelgoedovenhandschoen en deelt de druiven uit. Hierna loopt ze weg op zoek naar theekopjes. Daniël helpt haar vervolgens met zoeken, ze kijken samen in de kast.
Daniël (enigszins gefrustreerd): “Ik zie knuffels, knuffels en nog meer knuffels.”
Bij gebrek aan theekopjes zijn ze inmiddels afgeleid.
Winkeltje
Daniël: “Zullen we winkeltje spelen, met allemaal geld?”
Linda: “Dan ben ik het huisdier en kunnen we allemaal iets gezonds eten.”
Daniël gaat nog wat druifjes koken, en Linda doet ze daarbij in de pan.
Linda ziet een klein druifje. “Kijk eens een minidruifje!”
Daniël: “Misschien is hij nog niet vers.”
Daniël is inmiddels zo opgewonden dat hij ervan gaat gillen en kreunen en op de bank stuiteren…
Linda: “Weet je wie de mini krijgt? Ik krijg de mini!”
Linda gooit een druif in haar mond.
Daniël: “Dit is alsof je haring eet! Oom Dagobert ging bij Duckworld iemand spreken…
“ …
“ … Toen hij ineens dacht, ik ga even een haring eten. Hij had het over de nieuwe dierentuin die oom Dagobert heeft gekocht.”
Inmiddels zijn de druiven op.
Linda: “Wat zullen we gaan spelen?”
Daniël: “Weet je nog? Winkeltje!”
Linda: “Oh ja!”
Daniël gaat de kaarten zoeken die ze altijd gebruiken voor het winkel spelen en probeert waardes aan de kaarten op volgorde van kleur toe te kennen. Hierbij probeert hij aan te sluiten bij de kleuren van de echte coupures.
>> LEES HIER: alle andere artikelen over autisme
Huisdier
Linda: “Daniël, jij mag kiezen wat voor huisdier ik ben. Een dino of een draak of een diertje.”
Daniël gaat verder met de kaarten en geeft geen antwoord.
Linda: “Wat voor huisdier ben ik?”
Daniël: “Weet ik niet”
Linda: “Jij mag kiezen wat voor huisdier ik ben. Een dino of een draak of een diertje.”
Daniël reageert niet op Linda. Hij vraagt of er ook roze briefjes zijn of gele. Hij haalt de kassa erbij en ordent de kaarten.
Daniël: “Mama, jij bent de klant, jij hebt het geld.”
Linda: “Daniël, jij mag kiezen wat voor huisdier ik ben. Een dino of een draak of een diertje.”
Daniël: “Een poesje vind ik wel schattig.”
Linda: “Je moet kiezen een dino, draak of diertje. Je hebt gekozen voor diertje. Een poesje is lief. Eigenlijk wil ik altijd poesje zijn. Miauw!”
Daniël wil Linda’s tekenboek gebruiken voor prijskaartjes.
Daniël: “Omdat het allemaal zoveel geld is, gaan we maar dure prijzen maken.”
Linda stalt de etenswaren (mini’s) uit in de winkel.
Daniël: “Zullen we spelen dat we middenin de uitverkoop waren?”
Winkelrestaurant
Linda: “Mama, ik heb voor jou een hamburger gemaakt. Ui, sla, citroen. Oh, ik ben de tomaat vergeten!”
Daniël raakt geagiteerd: “Maar zo werkt het niet! Het lijkt wel een buffet, het lijkt wel een restaurant!”
Linda: “dat is het ook…”
Daniël: “Nee, dit is winkeltje spelen! Ik zit al bordjes te maken met ‘uitverkoop’!”
Daniël gaat zitten wiegen en huilen / kreunen.
Papa grijpt in en probeert Daniël te coachen om duidelijk te zeggen wat hij wil en nodig heeft.
Daniël: “Ik vind het niet leuk, ik wil winkeltje spelen!”
Papa heeft een lumineus idee: “wat nou als je winkel-restaurant speelt?”
Daniël: “Goed idee, Linda! Goed idee, papa!”
Auteur: danielle
Daniëlle Hooghuis is moeder van twee kinderen (zoon augustus 2007, dochter januari 2010). Haar zoon is autistisch, lees meer..