By 6 februari 2016 Read More →

Mensen met dyslexie zijn vaak rechterhersenhelftdenkers

Onze dochter kon, zo klein als ze was, als geen ander verhaaltjes onthouden. Ze wist en weet dat vaak letterlijk na te vertellen. Ook is ze visueel ingesteld: ze denkt in beelden en kleuren, praat in beelden en rekent ook het liefst in beelden. De som: 34+40 zegt haar niet zoveel. Maar als ze iets moet kopen van 50 cent en iets van een euro, weet ze feilloos en snel uit te rekenen hoeveel dat bij elkaar is. Inmiddels weten we dat dit allemaal kenmerken kunnen zijn van kinderen met dyslexie.

Niet erg, let wel: onder andere Albert Einstein, Steve Jobs, Richard Branson en schrijfster Agatha Christie zijn enkele bekende mensen met dyslexie. Lastig is het wel, omdat onze taal nu eenmaal niet direct aansluit op mensen met dyslexie. Belangrijk dus om kinderen zo vroeg mogelijk te helpen hoe ze hier mee om kunnen gaan.

Wat is dyslexie?

Er zijn veel wetenschappelijke omschrijvingen van dyslexie. Zelf vind ik dat coach Sjan Verhoeven (zelf dyslectisch) het helder uitlegt: “ Het taalcentrum zit in de linkerkant van de hersenen. Mensen met dyslexie zijn rechterhersenhelftdenkers. Dat maakt dat lezen en schrijven niet zo vlot gaan. Dat zorgt al vroeg voor problemen zoals stress, faalangst of prestatiedrang.

Ongeveer 3 tot 5 procent van de Nederlandse basisschoolkinderen is dyslectisch. Dat betekent gemiddeld dat er in elke klas wel een kind zit met dyslexie. Mijn oudste dochter is daar eentje van. Het is vaak erfelijk bepaald. Zo ook bij ons. In totaal hebben drie neefjes en nichtjes uit de familie dyslexie.

Een dromertje
In groep drie was ons al duidelijk dat lezen niet helemaal lekker ging. Maar het is ook een gevoelig meisje, een dromertje. Dus we dachten: misschien heeft ze wel meer tijd nodig en valt het kwartje later bij haar. In groep vier begon ons duidelijk te worden dat ze op het gebied van lezen en schrijven niet goed mee kwam met de rest van de groep. Terwijl ze toch ook pienter is. Nu, terugkijkend, hadden we veel eerder in kunnen grijpen en haar daarmee ook veel beter kunnen helpen.

Dat vroege helpen is naar mijn mening erg belangrijk. Voor een kind is het natuurlijk verschrikkelijk dat je letters en woorden anders ziet. Niet alleen voor taal, maar ook bij rekenen lopen ze onnodig achterstanden op. Immers: veel sommen zijn verhaaltjessommen. Dit leidt, in geval van mijn dochter, tot daling van het zelfvertrouwen, faalangst en heel veel frustratie. Je wil wel, maar het lukt niet.
Op het moment dat we aan dyslexie dachten, was dat niet zomaar meteen opgelost. Dan treden er op school protocollen in werking die veel tijd kosten. Minstens een jaar moet je er voor uittrekken. Al met al ging onze dochter pas begin groep zes een hulptraject in bij het Regionaal Instituut Dyslexie. Dit is een instituut dat kinderen test en begeleidt. Naast het RID zijn er ook meerdere instituten die dit zeer goed kunnen. Scholen kunnen hier vaak een goed advies in geven.

dyslexie artikel 1

Herkennen en handelen dyslexie

Het traject bij het RID heeft onze dochter ontzettend veel geholpen. Haar zelfvertrouwen is enorm toegenomen en het leren is voor haar een stuk leuker. Daarom hieronder wat tips om als ouder te helpen dyslexie te herkennen en om eerder met school in gesprek te gaan zodat je kind geholpen kan worden.

Herkennen:

  1. Kinderen met dyslexie hebben vaak moeite met lezen: klanken kunnen ze niet benoemen.
  2. Automatiseren bij rekenen is ook lastig: gek genoeg kunnen ze vaak ook niet de tafels.
  3. Klankgroepen zoals de eu, ei, au worden vaak door elkaar gehaald. Net zoals de letters V en de F of de B en de D.
  4. Mijn dochter zei vaak: mama de letters dansen over het papier als ik aan het lezen ben. Dit is dus niet omdat ze moe was zoals wij dachten.
  5. Ze las ook vaak andere woorden. Bijvoorbeeld schip in plaats van boot. Dat is ook een kenmerk: dyslectici associëren woorden met beelden en benoemen dan een beeld in plaats van het woord dat er staat.
  6. En er zijn vaak problemen met het schrijven van korte en lange klanken: bijvoorbeeld kooken in plaats van koken.

Wat zou ik nu anders doen:

  1. Wacht niet te lang af. We dachten zelf eigenlijk al aan dyslexie eind groep drie. Toch zijn we er pas echt mee aan de slag gegaan eind groep vier. De juf wist het niet zeker en wij daardoor ook niet.
  2. Daarom: vertrouw ook op je gevoel. Als je denk dat het weleens dyslexie kan zijn, zoek het uit en onderneem actie!
  3. Eerder laten testen! Trek op tijd aan de bel op school en vraag bij gerede twijfel direct een test aan. Vanaf de test tot aan de start van de behandeling, ben je zeker een jaar kwijt.
    1. Er zijn verschillende instituten die kinderen kunnen testen en helpen. Vaak heeft de school hierin goede adviezen.
  4. Eerder verdiepen in de materie. Wat is het? Wat zijn kenmerken? Wat is het traject dat ik moet doorlopen?
    1. Het begint vaak met een intelligentietest
    2. Dan heb je een 0-meting
    3. Vervolgens moet je het kind zes maanden hulp bieden met lezen en schrijven. Vervolgens is er weer een meting en dan pas word je doorgestuurd naar een instituut dat je kind echt kan gaan testen.

Let op: dit is alleen als je wil dat de verzekering betaalt.

  1. Tot slot is er vaak bij de instituten nog een wachtlijst voor behandeling.

De behandeling duurt ongeveer een jaar tot anderhalf jaar.

En dan het goede nieuws

Lezen mag dan lastig zijn, dyslectici zijn wel weer goed in andere dingen. Ze zijn goed in het vinden van oplossingen, hebben snel overzicht en zijn creatief. Ook kunnen dyslectici goed improviseren en zijn ze goed in het oplossen van een crisis. Kortom: het zijn mensen met bijzondere kwaliteiten, maar dat wordt wel eens vergeten omdat taal zo belangrijk is.

Meer informatie?

Er is op internet veel informatie beschikbaar. Enkele websites die ik handig vind:

www.rid.nl en www.steunpuntdyslexie.nl

(c) Can Stock Photo

[ssba]

Comments are closed.

Posted in: Opvoeden

Auteur:

Leonne woont met haar drie opgroeiende kinderen en haar man in Amsterdam. Een van oorsprong dorps meisje in een stad, die in haar opvoeding beide werelden combineert. Want een dorp in de stad kan best: paardrijden op de Hollandsche manege, tuinieren in de schooltuinen en sociale controle in de buurt. Ze kookt dagelijks met de verse producten uit de tuin van haar vader en krijgt een glimlach op haar gezicht van balletles, zwemmen en hardlopen in het park. Leonne is ondernemer en bestiert samen met haar compagnon het pr-bureau De Wolven.